Vertaling
Ik ben …, in Iran geboren Afghaan en 27 jaar oud. Sinds 25 dagen
verblijf ik met mijn gezin in het Griekse kamp Samos. We hebben veel
problemen op het kamp. Van sanitaire voorzieningen, tot lange rijen
voor voedsel, en dat we niet echt een plek hebben waar we kunnen zijn.
Nu wonen we in de jungle. Als we onze behoefte doen worden we steeds geconfronteerd met insecten en ratten. Een jungle is een plek voor
dieren, niet voor mensen. Maar zelfs een tent kregen we niet van de organisatie om hier op te zetten. We hebben zelf iets gemaakt.
Als we ziek worden, moeten we lang wachten voor een dokter. Voor alles is er een rij. Ikzelf heb drie kinderen van wie er één ziek is.
Onze afspraak met de dokter is over een maand. Voor kleding voor mijn kinderen heb ik de organisatie vele malen benaderd maar heb kleding noch een duidelijk antwoord gekregen. Mijn kinderen hebben elk niet meer
dan twee kledingstukken.
En voor voedsel moeten we telkens uren in een rij staan, om dan
onverteerbaar eten te krijgen. ’s Avonds hebben we meestal geen eten,
terwijl mijn kinderen uren in de jungle doorbrengen, in plaats van op
school te zitten. We vroegen om scholing; het antwoord luidde steeds: de
wachttijd is één tot twee maanden.
Elk mens heeft recht op een menswaardig leven. We zijn in afhankelijk van
organisaties die steeds spreken van mensenrechten, maar wanneer willen
ze vluchtelingen dan ook als mensen zien? We kunnen hier niet anders dan de dagen
met moeite doorkomen, want een weg terug [of vooruit] hebben we niet.
En terwijl de tijd verstrijkt, wordt het on(ver)draaglijker.
We willen ergens zijn waar (mede)menselijkheid nog bestaat.
Geef een reactie