Vertaling
Voordat ik in Moria aankwam had ik het zo zwaar, oneindig zwaar.
Maar sinds ik Moria binnen ben, acht ik mezelf de meest ongelukkige/onfortuinlijke persoon van de wereld. Onderweg naar Griekenland overleed mijn vader. Alsof ik het niet moeilijk genoeg had, voelde ik mij hier door instorten. Eenmaal in Moria werd alles 10 keer slechter.
Vier maanden leefde ik in de jungle, onder een tarp, in de winter, met allerlei beesten.
Zeven maanden zit ik nu binnen het kamp, ook in een tent. Het is naast de wc. Het is nu zo warm dat ik overdag niet in de tent kan blijven.
Ik ga naar buiten en ’s nachts kom ik terug. Alle belangrijke dingen moeten we meenemen, of een dief pakt ze. In Moria leven is erg moeilijk. Omdat we met z’n tweeën zijn, kunnen we niet naar de campus, naar Karatepe noch een huis krijgen. Als ik langs de VN ga, zeggen ze dat alleen zwangeren en mensen met hartproblemen een huis krijgen. Ik zeg dat ik psychiatrische issues heb; mijn echtgenoot kan geen kinderen krijgen. In Iran gingen we naar de dokter.
Hij gebruikte medicijnen. Het begon beter te worden. Maar sinds we in Moria zijn, gaat het slechter met hem. Hij heeft een infectie, hij maakt het niet goed. Maar ze luisteren niet naar ons. Onze asielaanvraag hebben ze tot 2020 uitgesteld. Nu zitten we 11 maanden zonder uitsluitsel, en dan nog een jaar. Er zijn heel veel problemen. Er is geen aandacht voor. Van welke organisatie we ook om hulp vroegen, we kregen geen reactie.
Naam: F.
Geef een reactie